The Divine Life Society
Afdeling Aalst
Homepage


Vier dingen om te onthouden

Ik ben al lang uit de arbeidsmarkt gestapt, maar toen ik er wel nog op was, in de goede oude tijd zeg maar, waren 1 en 2 november, Allerheiligen en Allerzielen, betaalde vakantiedagen, tenminste als men een staatsbetrekking had. Degenen die dat niet hadden, zeiden dan op 2 november toen ze de lege plaatsen op trein en bus zagen: "De Belgen moeten weer niet werken." Ik denk dat dit nu wel, zoals alles, voor iedereen zal zijn afgekalfd, Belg op of neer. Je krijgt daarop natuurlijk nogal eens als antwoord dat de goede oude tijd een fabeltje is. Dat gaat natuurlijk niet op als men er de tijd mee bedoelt dat men uit zijn bed sprong in plaats van er kreunend en krakend uit te kruipen. Maar hoe dan ook het kerkhof beleeft nog altijd even drukke dagen, want sterven en de doden herdenken is van alle tijden. Nog altijd staat er die dagen een fortuin aan chrysanten op de graven. Met de heiligen loopt het niet zo een vaart. Die krijgen alleen iets als men van hen gunsten verwacht. De heiligen in deze samenhang zijn degenen die door de kerk heilig werden verklaard. In het hindoeïsme ligt dat even anders: heilig is daar wat aldus wordt vereerd. Heiligheid is er ieders einddoel. Tot dat werd bereikt, ga je door de kringloop van geboorte en dood. Patanjali heeft het in zijn Yoga Soetra (IV 29) over de dharma megha samaadhi. Dharma is een van die schier onvertaalbare woorden. In het moderne Hindi betekent het: religie. In het Sanskrit betekent het: religie, rechtvaardigheid, wet, deugd enz. en dat alles samen en nog iets meer. Dharma omgeeft hem als een wolk (megha). Met andere woorden, er is geen Zelfvervreemding meer en hij schittert met het licht van Zelfbewustzijn.

De oude Egyptenaren dachten dat de ziel bleef leven zolang het lichaam intact was. Ze balsemden het dode lichaam dan ook om het tot in eeuwigheid te bewaren of tenminste tot de grafschenders en de archeologen kwamen. Ook moslims en christenen koesteren het dode lichaam en vereren het. Ze hebben het immers nog nodig bij de wederopstanding. Ze zeggen als iemand sterft dat hij de geest heeft gegeven. Hindoes daarentegen ontdoen zich zo spoedig en zo grondig mogelijk van het dode lichaam, zoals men een versleten jas wegwerpt, zodat de afgestorvene er niet meer door aan de aarde wordt gebonden, maar vrij zijn weg kan gaan. Als iemand sterft, zegt men dat hij het lichaam heeft afgelegd. Het dode lichaam wordt zo spoedig mogelijk toevertrouwd aan het vuur. Slechts swamis (monniken) worden niet gecremeerd. Hun stoffelijk overschot wordt in een doek gewikkeld en in de dichtstbijzijnde rivier geworpen. De reden is dat ze eigenlijk voor de wereld al gestorven zijn en reeds werden gecremeerd. Op het ogenblik dat ze sannyas namen (de wereld verzaakten) gebeurde dat met het vuur als getuige. Op het ogenblik dat ze worden ingewijd, worden hun kleren in het vuur geworpen en hangt de goeroe hen het oranje gewaad om de schouders. Het oranje gewaad verzinnebeeldt het vuur. Het vuur is heilig, omdat het het eerste zichtbare element van Gods scheppingskracht is. De eerste elementen, ether en lucht, zijn onzichtbaar. Vuur is het eerste zichtbare element en is dan ook een geschikt symbool van het goddelijke.

Iemand met borstkanker die na behandeling door haar oncoloog genezen was verklaard, zei me dat ze wilde leven: "Ik weiger te denken aan de dood", zei ze, terwijl ze dat op dat ogenblik toch deed, al was het niet op de correcte manier. "En jij?" vroeg ze. Ik antwoordde naar waarheid: "Elke dag." Ze reageerde verbouwereerd. Ik legde haar geduldig uit dat Goeroedev ons leerde dat er vier dingen zijn om altijd te onthouden als je geestelijke gezondheid je lief is en als je niet wil afdwalen van het Yogapad, het pad dat verlicht en verlost. Er is immers een groot verschil tussen het pad kennen en het pad bewandelen. Deze vier dingen om te onthouden vormen een belangrijk onderdeel van wat je psychohygiëne kunt noemen. Het zijn:

1. Herinner je het lijden dat eigen is aan deze wereld.
2. Herinner je de dood.
3. Herinner je de wijzen.
4. Herinner je God.

Oorspronkelijke tekst van Goeroedev in zijn boek How to get Vairagya:

1. Remember the pains of Samsara.
2. Remember Death.
3. Remember the Saints.
4. Remember God.

Swami Vimalananda vertelde me ooit over een discipel van Swami Chidananda die kanker kreeg. Hij werd mager als een graat. Toen hij zijn einde voelde naderen, vroeg hij wanneer Swami Chidananda terug werd verwacht uit Amerika en Europa. Hij wilde Swamiji nog eens zien. Toen Swamiji dit hoorde, begaf hij zich onmiddellijk naar de kamer van de discipel. Deze vroeg om hem overeind te zetten, zodat hij zijn goeroe op een degelijke wijze kon begroeten. Hij groette Swamiji en kreeg diens zegen. Hij ging weer liggen en stierf. Hoe intenser men zich aan het lichaam hecht hoe pijnlijker het stervensproces is.

De ommekeer
Ik ben er me van bewust dat bovenstaande raadgeving van Goeroedev vreemde woorden en ook erg beladen woorden bevat. Maar hij geeft er niet de bekrompen en verkrampte betekenis aan die ze hier veelal hebben. En voor wie dit inziet, gaat er een totaal andere wereld open. In VIII 15 van de Bhagavad Gietaa noemt Krishna onze wereld een doehkhyaalayam:

Mij bereikt hebbend, worden de grote zielen (mahaatmas) niet meer geboren in dit niet-eeuwige oord van lijden (doehkhaalayam), de grootste volmaaktheid gevonden hebbend.

Een vastraalayam bijvoorbeeld is een klerenwinkel. Ook deze wereld is een winkel. En wat koopt men er? Men koopt er lijden (doehkha). Het is een grote vergissing te vergeten dat dit de wereld is, dat we hier maar pelgrims zijn en dat ons doel nooit van deze wereld kan zijn. "Mij bereikt hebbend", zegt Krishna. Hij bedoelt dat alle lijden komt van het feit dat we vergaten wie we in wezen zijn, want daardoor zijn we gaan geloven dat alles in zijn diepste wezen lijden is. Dit is iets waar iedereen vast van overtuigd is. De gangbare filosofie is dan ook: profiteer ervan, want morgen kan het gedaan zijn. Dit is de grootste van alle misvattingen. Alles is in zijn diepste wezen zaligheid, wat door Krishna in dit vers wordt omschreven als "de grootste volmaaktheid". Ik hoor het Swami Satchidananda nog zeggen: "De wereld werd een concentratiekamp, omdat we vergaten dat hij bedoeld is als een meditatiekamp." En eigenlijk is er niets mis met deze wereld. Er is wel iets mis met de wijze waarop we hem zien en met hem omgaan. Luister naar wat de wijzen hierover zeiden: "Jagad eva Harih, Harir eva jagat. De wereld is waarlijk God, God is waarlijk de wereld."

Herinner je de dood
We zijn hier maar een tijd. Soms denk je van iemand dat ze hem of haar hebben vergeten. De dood komt in alle mogelijke vormen en als je tijd gekomen is, sterf je door een niemendal, als hij niet gekomen is, mag er een bom op je hoofd vallen en kom je er met de schrik en de kleerscheuren vanaf. In het Mahaabhaarata wordt aan een van de helden gevraagd wat op deze aarde het meest wonderbare is. Hij antwoordt dat het meest van al wonderbaar is dat iedereen elke dag mensen rondom zich ziet sterven en toch leeft of zijn tijd nooit komt. Als je er geregeld bij stilstaat dat alles hier maar zijn tijd duurt, worden alle problemen en moeilijkheden onbeduidend. Richard III liet niets onverlet om de Engelse troon te kunnen bestijgen. Maar op het slagveld, nadat zijn strijdros onder hem is gedood en zijn trawanten de benen hebben genomen of zijn gesneuveld en zijn vijanden oprukken om hem te grijpen, roept hij in zijn wanhoop: "Een paard! Een paard! Mijn koninkrijk voor een paard!" Je zult het wellicht niet boven je bed hangen, maar knoop het alleszins goed in je oren als je echt welzijn wil of echt wel wil zijn en als je wil worden behoed voor veel dwaasheden.

Herinner je de wijzen
Wijzen zijn totaal uitgezuiverde wezens. Ze ontdekten zichzelf. En dat dit een wonderbare ervaring is, zie je op hun gezicht. Ze hebben het gezicht van een baby. Het verraadt natuurlijk zijn leeftijd, maar de glorie van hun staat maakt het even luisterrijk als het gezicht van een baby. En dan denk ik steevast aan de uitspraak van Shrie Krishna in de Bhaagavatam:
Slechts twee wezens zijn vrij van angst en versmolten met de hoogste zaligheid, de baby die niets weet en nooit werkt en de wijze die uit de goenas (de natuur) is opgestegen naar het allerhoogste.
Swami Vivekananda zei ooit dat India a saint making society is of een gemeenschap die heiligen of wijzen maakt. De wijzen zijn er zo talrijk als de sterren aan de hemel. Ze kwamen uit alle lagen van de maatschappij. Sommigen waren geleerd, anderen konden lezen noch schrijven. Sommige waren mannen, sommige vrouwen. De uitspraken van ongeletterde wijzen kwamen tot ons, omdat discipelen hun woorden optekenden. Het belangrijkste is dat India een land is waar ze ongehinderd school konden maken en dat ze er niet door een ongeïnspireerd gezag of een verdwaasde machtsstructuur in de ketterij werden geduwd. Ik heb er altijd een punt van gemaakt om geen enkele dag voorbij te laten gaan zonder iets van hen of over hen te hebben gelezen. En het heeft me geen windeieren gelegd.

Herinner je God
God is een erg beladen woord dat mensen niet meer zo gemakkelijk in de mond nemen. De grote waarheid die door de Oepanishads, de boeken van wijsheid, met klem wordt verkondigd is dat God niet ergens ver weg is in een of andere verre hemel, maar dat Hij hier nu is. Hij is het oog van je oog, het oor van je oor, de levenskracht van je levenskracht. Als je geest probeert Hem te doorgronden keert hij spoedig gefrustreerd terug. Je mond kan Hem nooit vatten in woorden. Maar het is door Zijn kracht dat je geest denkt en je mond spreekt. Een zwaard kan Hem niet klieven, de wind kan Hem niet opdrogen, vuur kan Hem niet verbranden. Hij is oud en toch altijd even jong. Hij is onbeweeglijk en toch sneller dan het licht, want hoe snel je ook gaat Hij is er al. Hij wordt gekenmerkt door bestaan, bewustzijn en zaligheid. Maharshi Patanjali noemt dit Ieshvarapranidhaana. Het is een van de niyamas of middelen die er moeten voor zorgen dat jij de baas bent en niet je lichaam en je geest. Als je dan de wekker zet om bijvoorbeeld om zes uur op te staan voor meditatie zul je ook opstaan. In het andere en meer voorkomende geval zet je de wekker stil en blijf je nog een tijd slapen.

Mensen plaatsen God ver weg, ver voorbij de wolken. En dat God in zijn hemel is, vinden ze best geschikt. Ze kunnen hier dan ongehinderd hun gang gaan en als er later rekenschap moet worden afgelegd, zullen ze wel zien als het zover is. Dit is de gangbare filosofie. Je kunt God niet zien, omdat Hij zien is. In zijn weergaloos lied Yoga of Synthesis zegt Goeroedev dan ook: "Find the Knower, find the Hearer, find the Seer. Vind de Kenner, vind de Hoorder, vind de Ziener."